Translate

donderdag 5 maart 2015

Anna van Raaij

Uniek eigen signatuur van theatermaker Anna van Raaij: sterke regie en opzet van eigenzinnige performance-muziektheater met veel fysiek.

Prachtige drummer Bob Hogenelst, steady en weergaloos 'intunend' op het spel van de acteurs. Een aantal bekenden van de theaterfaculteit: Merel, Frederique, Marije, Casper. De andere spelers Milo en Noël doen zeker niet onder - het niveau van spel is prachtig gewogen in ensemble en afwisselend solo spel, ieder met eigen kracht en identiteit en overtuiging.

We betreden de zaal via kleedkamer en we staan achter in de zaal op een getrapte tribune. Het licht verandert tijdens de aanhoudende en aanzwellende roffel percussie van op ons gericht naar de volle vlakke vloer, waar 1 voor 1 de acteurs door een zwarte voorhang gordijn opkomen. Elk positioneert zich ten opzichte van het publiek en ten opzichte van de anderen.
Je krijgt een spiegel voorgehouden: wie kijkt naar wie. De verwachting voor wat gaat er gebeuren is groot en wordt gevoed door de verschuivende positionering en tableau en ensemble opstellingen.
Er wordt frontaal gespeeld naar het publiek.
Het is een abstracte en toch zeer concrete energieke voorstelling waarin de spot wordt gedreven met de eigen aanwezigheid en presence. De verschillende sequences stapelen zich en in dit vergroten en verschuiven schuilt een ongekende dynamiek en muzikaliteit door samenspel met de percussie.
Bob Hogeneist leidt maar laat zich ook leiden door het spel op de vloer in fysiek en tekst. Het is een continue dialoog in spel en muziek.
De teksten verraden ook grote inbreng van onder meer Frederique van Domburg, Merel Spikker en Casper Coenegracht. Dat is omdat ik deze (oud) studenten goed ken.

Het toneelbeeld zelf is niet geheel duidelijk. Aan de zijkanten staan rijen stoelen opgesteld naar het staande publiek. Wellicht onderstreept dit de spiegelbeeld van het publiek. We zijn immers allen humanoid. Het is een oproep, een pamflet voor delen en in het hier en nu elkaar te herkennen voor wie we zijn, voor wat we belichamen en de wens om door te dringen. Wellicht had op de rijen stoelen als ware we in een bioscoopzaal van het leven, een andere menigte (met popcorn)moeten binnenkomen en even moeten verblijven.

Soms zijn er kleine witjes, overgangen van sequence naar sequence die even wachten. Op enkele momenten is dit zo knap gebouwd en geschakeld dat het elkaar voedt. Sterk is bv. de overgang naar de spring actie en tekst van Casper. Ook de fysieke uitspatting van de man met zijn hand, die tenslotte tot ons aller vreugde een troost biedt aan zichzelf, en de dans show van Marije die telkens moed verzamelt om zich uiteindelijk toch front  en tot grote hoogten opgezweept door begeleidend en voedend drum spel, naar het publiek laat zien. Ook de verdwalende teksten van Frederique over de omgedraaide oren naar binnen toe om goed te luisteren en haar steeds heftiger wordende overtuiging over dat we zijn en deel moeten uitmaken van allen hier en nu, is sterk.
De in de knoop rakende Merel, schakelend tussen Engels en Nederlands is een parel.

De voorstelling heeft me zeer plezier gedaan. Het is een gedicht. Een zintuiglijk pamflet. Een ode aan de mens en aan waar hij of zij voor staat. Het is een herkennen en een spiegeling pur sang. De stapeling is een abstracte mengeling, een gedicht waarbij de stilte net zo nadrukkelijk werkt als de emotie en de percussie. Een stilte blijft over, als de percussiespeler terugkeert naar het begin en de roffel bij het verschijnen van de acteurs in feestkleding een einde inluidt.
Vooral de intentie, die steeds in fysiek en presence wordt getekend is de drager (protagonist) van de performance.
Dit abstracte begrip krijgt dankzij de belichaming door de acteurs veel persoonlijke lading en impact.
Het spel van aanwezigheid. De maskers die we niet of wel dragen spreekt zeer tot de verbeelding.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten